1. Leren
  2. /
  3. Cursussen
  4. /
  5. Introductie tot R

Connected

Opdracht

Een data frame maken

Omdat werken met ingebouwde gegevenssets lang niet zo leuk is als je eigen gegevenssets maken, werk je in de rest van dit hoofdstuk met je eigen samengestelde gegevensset. Doe je jetpack om, want we gaan de ruimte in!

Als eerste doel wil je een data frame samenstellen met de belangrijkste kenmerken van acht planeten in ons zonnestelsel. Volgens je goede vriend Buzz zijn de belangrijkste eigenschappen van een planeet:

  • Het type planeet (Terrestrial of Gas Giant).
  • De diameter van de planeet ten opzichte van die van de aarde.
  • De omlooptijd rond de zon ten opzichte van die van de aarde.
  • Of de planeet ringen heeft of niet (TRUE of FALSE).

Na grondig onderzoek op Wikipedia voel je je zeker genoeg om de benodigde vectoren te maken: name, type, diameter, rotation en rings; deze vectoren staan al voor je in de editor. Het eerste element in elk van deze vectoren komt overeen met de eerste observatie.

Je maakt een data frame met de functie data.frame(). Als argumenten geef je de vectoren van hierboven door: die worden de verschillende kolommen van je data frame. Omdat elke kolom even lang is, moeten de doorgegeven vectoren ook dezelfde lengte hebben. Vergeet niet dat het mogelijk (en waarschijnlijk) is dat ze verschillende soorten gegevens bevatten.

Instructies

100 XP

Gebruik de functie data.frame() om een data frame te maken. Geef de vectoren name, type, diameter, rotation en rings in deze volgorde door als argumenten aan data.frame(). Noem het resulterende data frame planets_df.